Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik zal Mijn [10]berg met het veld, uw vermogen [en] al uw schatten ten roof geven, [11][mitsgaders] uw hoogten, om de zonde [12]in al uw landpalen. 10. Namelijk Zion, of mijn gebergte; te weten van Juda, mitsgaders het effen veld. Anders, [omdat het Hebreeuwse woord beide kan betekenen]: O gij bergloper, of gij die in het gebergte woont, in het veld zal Ik u vermogen, enz.; dat is, gij die u op uw bergachtig land verlatende, geen nood meent te hebben, of gij die dagelijks op het gebergte omzwerft en omloopt om uwe afgoderij te bedrijven [hetwelk met het voorgaande en volgende ook zeer wel overeenkomt], Ik zal al uw rijkdom den vijand ten roof geven, die alles zo licht zal roven en met gemak wegvoeren, alsof het op het effen veld te doen ware. Zie onder hfdst.20 vs.5, enz. 11. Of, [te weten] uwer hoogten, daar gij al uw vermogen aan uwe afgoden hebt aangewend, en waar uwe zonde voornamelijk in bestaat. Vergelijk Hos.10:8. Sommigen menen dat deze woorden in het Hebreeuws [gelijk wel somtijds geschiedt] omgezet zijn, en zetten het over: om de zonde uwer hoogten, uit vergelijking van boven hfdst.15 vs.13. 12. Vergelijk boven hfdst.15 vs.13.